zaterdag 27 november 2010

Fotografie opdracht 

Mijn foto heb ik in Antwerpen in het fotografie museum gemaakt. Ik had heel erg last van mijn voeten en ging op het bankje midden in de zaal zitten. Mijn vriendin was nog even aan het kijken en toen viel me op dat zij eigenlijk het enige kleurtje in de zaal was. Toen heb  ik er meteen een foto van gemaakt.
Ik vind het een mooie foto omdat het
Een foto in een fotografie museum is.
Alles zwart wit en Simone als enige kleur (rood) in het midden is afgebeeld.
Het me weer doet denken aan dat weekend in Antwerpen.

Mimesis                     Expressie                  Formalisme

Deze foto heeft denk ik van alle drie de onderdelen iets.
Mimesis omdat wel duidelijk te zien is wat hier gebeurd is en waar ik geweest ben.
Expressie: zelf moet ik weer aan het moment denken dat ik daar was, hoe leuk het was. En als ik objectief naar de foto kijk krijg ik een gevoel van eenzaamheid en leegte.
Formalisme: de reden waarom ik de foto maakte waren de kleuren en lijnen. Door het strakke, symmetrische en de kleuren kan je de foto denk ik ook als op zich zelf staande foto zien.


Mythe

Kern:
Zorg ervoor dat je niet te veel praat. Dit kan mensen om je heen irriteren.


Er waren eens 3 DBKV studenten die  studeerden aan de hoge school van de kunsten in Arnhem. Ze waren heerlijk aan het schilderen. De studenten waren niet alleen dol op schilderen maar ook op praten en het duurde dan ook niet lang voordat er een gesprekje op gang kwam. Er hing dan ook wel zo’n fijne sfeer. De drie studenten zaten heerlijk te keuvelen en schilderen tegelijker tijd. Tot dat meneer docent kwam aangelopen. Wat moet dat hier? Sprak hij tot de studenten. Mag ik vragen waarom jullie praten ipv werken? De studenten waren lichtelijk onder de indruk en besloten verder te gaan met hun kunstwerk. Maar na een aantal minuten bleek dat de studenten zich niet langer konden inhouden en begonnen weer zachtjes hun interessante gesprek voort te zetten. Toen de docent dit doorhad strafte hij de studenten door ze vast te nagelen aan hun tafels. Zowel hun ogen als lippen  waren bevroren,  voor altijd gericht op hun werk. Zij konden alleen nog gered worden door hun mede studenten. Wanneer deze  zouden helpen met het schilderen, al was het maar even, zou de straf opgeheft worden. Alleen de mede studenten waren alleen maar met zichzelf bezig  en waren niet geïnteresseerd in de bevroren studenten. Ja het was een harde wereld daar op Artez. Jaar in jaar uit schilderde de studenten ijverig onder toezicht van de docent zonder de hulp van enig iemand.
Tegenwoordig communiceren de studenten alleen nog in morse.

Einde

Demoscritus.

Deze natuurfilosoof was onder andere bezig met atomen. Kleine deeltjes die in het niets rondzweven.
We zijn met ons groepje even apart gaan zitten en toen kwamen er al meteen goede idee voor een les. Een ballon meenemen en daarmee aantonen dat  er daadwerkelijk wel iets in het niets is. Hoe zit dat dan met je ziel. Is dit ook materie? Bestaat deze ook uit allemaal kleine deeltjes die rond zweven? En uit het verhaal van Demoscritus vroegen we ons ook meteen af of je dood gaat omdat je geleefd hebt of dat je leeft om dood te gaan. Al deze vraagstukken hebben we ook aan de klas voorgelegd. Waarbij met name de vraag of onze ziel materie is nogal wat losmaakte bij de mensen. Vele waren het er overeens dat jet niets niet bestaat en dus zou je ziel ook iets moeten zijn. Maar dat was toch weer een te grote stap. Een discussie waaruit we niet zijn gekomen. Maar de afgelopen filosofie lessen hebben me dan ook geleerd dat je niet altijd over uit hoeft te komen. Dat het gaat over het ermee bezig zijn, vragen stellen, dieper op ingaan enz. De samenwerking voor deze les was erg prettig. We hebben allemaal de tekst gelezen en daar de belangrijkste stukjes uit gehaald. Vervolgens de taken goed verdeeld wie welke stelling zou voorleggen aan de groep en wie de discussie zou gaan leiden. Met als gevolg een fijn gesprek tijdens de les.

Gesprek van Socrates.

Wij hebben het over de volgende probleemstelling gehad: Moet je je houden aan je afspraken? Tessa legde een verhaal op tafel waarbij een vriendin zelden haar afspraak na kwam. Dit kwam door een vriendje wat belangrijker was.
Ik vond het erg lastig  dit gesprek te voeren zonder een oplossing of conclusie aan te dragen. Het allen vragen mogen stellen kon ik slecht aan wennen. Bij ons groepje kwam het gesprek daarom ook moeizaam opgang. We bleven erg kleven aan de hulpvragen van de powerpoint.
Stiekem hebben we uiteindelijk toch een conclusie gemaakt: Je moet je aan je afspraken houden. Mocht je dit toch in hoge uitzondering niet kunnen, dan moet je er wel eerlijk over zijn.


Grot ontwerp:

Mijn werkelijkheid... Ik ben een vrij nuchter meisje. Uit een niet religieus gezin.  God bestaat niet. Het verhaal van god is voor mensen die ergens troost in zoeken. Vroeger hadden de Grieken Mythen (verhalen) om alles te verklaren wat ze niet begrepen. Tegenwoordig hebben we God, Allah, Jehova enz. als verklaring voor alles wat we niet begrijpen. Ik snap ook niet dat intelligente mensen geloven. Deze mensen snappen toch ook wel dat er niet een iemand daar boven zit en alles regelt.
Aan de andere kant wie ben ik? En wat weet ik er nou van?
Ik denk wel dat er iets meer is tussen hemel en aarde. Soms hoor je verhalen die te absurd zijn. Mijn moeder had een stagiaire voor een paar weken. Op een dag zei die vrouw dat er iemand naast mijn moeder stond. Vervolgens beschreef ze de oma van mijn moeder tot op de details. Specifieke bril, excentrieke jurk enz. Hoe weet zo’n vrouw dat? Dat kan geen trucage zijn. Ik kan niet precies aangeven wat dat dan is. Zijn het geesten, spoken, zielen? Is er een hiernamaals of worden we gereïncarneerd? Er is wel degelijk iets, maar een ding weet ik zeker: er zit niet een door mensen bedachte man (vrouw) daarboven die alles bestuurd.

Slotbeschouwing

Filosofie is iets wat me erg boeit en waar ik ook helemaal in op kan gaan, maar ook heel snel op kan afhaken. Zoals ik al eerder vertelde ben ik heel nuchter en heb graag op alles een antwoord. Van al dat door gevraag krijg ik vaak de kriebels. Kom nou maar gewoon met een antwoord. Met name de eerste twee lessen had ik ook veel moeite met aantekeningen maken. Wat moet ik nou eigenlijk opschrijven? De laatste lessen heb ik eigenlijk nauwelijks wat opgeschreven en was ik veel meer bezig met het meedenken en meepraten. Het is heel mooi erachter te komen dat alles zo erg in verband met elkaar staat. De (kunst) geschiedenis, het geloof, de mythen, de filosofie enz. Ze staan allemaal los van elkaar maar vullen elkaar ook enorm aan. Het een kan niet zonder het ander.
Ik merk dat ik met name in het begin niet de noodzaak van het vak filosofie inzag. Vragen als wie is de mens en wie ben ik. Wat heb je daaraan? Net als dat je op de middelbare school de stelling van Pythagoras leert. Waarvan je denkt wanneer ga je dit ooit nog in je leven gebruiken.
Toch merk ik wel dat je anders leert te denken. Niet zo overdreven zoals in de lessen maar ik ga wel net even iets dieper op de zaken in. Meer interesse in het leven om me heen. Alles minder vanzelfsprekend vinden. Hoe zit de vork eigenlijk in de steel? Bij kunstgeschiedenis kregen we een theorie te horen over de opkomst, bloei en verval van de beschaving en hoe de geschiedenis zich herhaald. Ik vind het dan heerlijk om met mensen in mijn omgeving hier helemaal op los te filosoferen. Zitten we dan nu in het verval of komt dat nog? Valt dat verval alleen op het culturele gebied of op de gehele beschaving? Ik kan hier uren of door praten. Ik denk dat met name door de afgelopen les komt. Voorheen had ik die behoefte niet zo sterk. Dat vind ik dan wel een behoorlijk verrijking voor mezelf. Langer bij zaken stil staan en niet altijd maar overal langsheen denderen. Je hoeft ook niet meteen een heel zweverig type te zijn maar ik denk dat het wel enorm belangrijk is dat we allemaal iets meer zouden filosoferen. Wat meer zelf nadenken dan altijd een ander napraten.